In november 1954 namen mijn pa, ma en ik hun intrek in een nieuwbouw in de Garden Citylaan. Ik was amper anderhalf jaar. Pa was van de Luithagen (Oude God) en ma van Berchem. Ze hadden elkaar leren kennen in het danscafé de Dikke Mee, trouwden in 1950 en woonden in Berchem op een appartement in de Van Marsenillestraat.
“Mijn” Elsdonk, de zgn. tuinwijk situeerde zich ten westen van het Wilrijkse centrum, begrensd door de Prins Boudewijnlaan, de spoorwegzate, de Fort V-straat en Fort V. De overkant van de Prins Boudewijnlaan noemden wij “het bos” waar vroeger kasteeldomein Elsdonckhof stond en zich nu de grote villla’s bevinden.
Er was in de Garden Citylaan (nog) geen fatsoenlijk trottoir en het straatbeeld werd bij nacht verlicht met gaslantaarns. Kwajongens schoten met hun katapulten het lantaarnglas en de vlammetjes kapot. In de wijk woonden veelal jonge gezinnen die van heinde en ver kwamen. Bij avond hoorde men de koeien loeien. Elsdonk was toen een rustige woonwijk met jong volk.
Tal van kleinhandelszaken vestigden zich in de wijk waar de grens tussen Wilrijk en Edegem een grillig verloop kende en nog steeds kent. Op quasi elke straathoek en in elke straat rezen kleinhandelszaken uit de grond. Dagelijks kwamen de melkboer en de bakkersgast François, deze met paard en kar, langs. Soep van Boom belde meerdere keren per week de huismoeders naar de camionette. Ook brouwer Hermans uit Mortsel maakte wekelijks zijn opwachting.
Drukkerij Monti in de Struisbeeklaan, waar nu drankencentrale Albo gevestigd is, was een groot bedrijf dat later naar Lier verhuisde. Er was toen ook een wijkkantoor op de hoek Struisbeeklaan met de Galliardstraat gevestigd, dat later achtereenvolgens een deel van de academie huisvestte en nog later een ‘gemeenschapsruimte’ werd.
Over onze deur was er De Fruitkorf (hoek Galliardstraat/Garden Citylaan), een kruidenier met dagelijkse aanvoer van verse groenten en fruit van de vroegmarkt en een tot barstens toe gevulde winkel. Bij de joviale uitbaters, Jos en Dymphna afkomstig van Sint-Lenaerts, voelde men zich thuis. Wij hadden toen (eind jaren 50) nog geen telefoon. Geen nood, bij de Jos kon je bellen én gebeld worden. Aan kruideniers in den Elsdonk was geen gebrek. De Ster, met patron Maurice op de hoek van de Parklaan en Sterrenlaan, en zijn buur beenhouwerij Peys (nu fijnkostslager Dirk Tack) vormden als het ware een twee-éénheid. Voorts had je kruidenierswinkel De Maan (hoek Parklaan/De Burletlaan), nu een frituur. Verder waren er nog De Klok (hoek Galliardstraat/Struisbeeklaan), de Coop in de Sterrenlaan, t’Winkeltje in de Jules Moretuslei (nu Frans Van Dunlaan), een kruideniertje op de hoek met de Ullensstraat en één op de hoek D’Heldtlaan/Garden Citylaan.
Er waren twee bakkers in de wijk. Bakker Dilis in de Struisbeeklaan en bakkerij Revelard in De Burletlaan. Bazar Baudry , het bazareke in de volksmond, op de hoek De Burletlaan/Parklaan werd druk gefrequenteerd. Je kon er echt alles vinden, van tabakswaren tot schoolgerief, van speelgoed tot lampen en elektriciteitstoestellen en dies meer. Er was ook een krantenwinkel ( de gazettenwinkel) op de Jules Moretuslei. De uitbater, een vriendelijke zwijgzame man met alpino pet die krom liep van de polio bracht de kranten aan huis, ook de toenmalige namiddagedities. Uiteraard was er ook een apotheker, Bonami in de Parklaan en schuin daarover was er een dokter, onze huisarts, dokter De Pooter.
Schoenmaker Robert Van den Avondt (hoek Pastoor Moonslaan/D’Heldtlaan) verkocht ook sportkledij en was een sponsor van voetbalclub Belgica Edegem. In de wijk was ook korfbalclub Voorwaarts gevestigd op een binnenplein omringd door woningen van de Parklaan, D’Heldtlaan, Pastoor Moonslaan en Vestinglaan. Enkele cafés mochten niet ontbreken: café Moretus (Jules Moretuslei/Garden Citylaan), Garden City (hoek Jules Moretuslei/Struisbeeklaan) en Belgica over de ingang van Fort V op de hoek De Burletlaan/Fort V-straat. Ik vergeet bijna nog huis José (Garden Citylaan/Sterrenlaan), een ‘dameszaak’, een viswinkel in de Galliardstraat, den drogist in de Garden Citylaan, slagerij Lostrie (Parklaan/D’Heldtlaan) en een beenhouwer op de hoek van De Burletlaan /Pastoor Moonslaan.
Ik herinner me ook dat er enkele acteurs in de wijk woonden met name Anton Peeters, bekend van o.m. De Paradijsvogels en Joris Collet. Uiteraard waren er ook kappers, coiffeurs voor heren en dames, waaronder kapper Schwertfeger in de Jules Moretuslei, die mij een Jommekeskapsel knipte en de Jan (Jules Moretuslei/Fort V-straat) die later een frituurkraam opende in de Jozef Hermanslei.
Hoogtepunt in de wijk was de zomerkermis, Elsdonk kermis, in de week van 21 juli. Met een foor, eerst in de Parklaan en later in De Burletlaan, en botsauto’s op het Kerkplein. Met muziek in de wijk die klonk uit tal van luidsprekers en volksspelen voor jong en oud (o.a. tonrollen, zaklopen,.. ). Voor de kleinsten was er Pats poppenspel, met chocomelk en koffiekoeken. Eénmalig herinner ik me een wielerkoers voor junioren. Er waren ook de bonte avonden en de kaartwedstrijden.
De kleinhandel en buurtwinkels verdwenen geleidelijk uit Elsdonk met de komst van de supermarkten vanaf eind jaren 60.
Een waar gebeurd anekdote betreft het WK wielrennen op zondag 11 oogst 1963 te Ronse. Als enthousiaste supporter van ‘keizer’ Rik Van Looy moest ik na de voor mij trieste afloop van de koers , m.n. het ‘verraad’ van Benoni Beheyt, van ma naar bakker Dilis een bestelling, pistolets, halen én een briefkaart posten. Mijn vriend Frank Raats (wiens ouders uit Oostende kwamen) moest zulks ook doen. Wij samen met ons Van Looy petje en tranige ogen gingen op stap. Ik postte de portemonnee in de rode brievenbus aan het wijkkantoor en stond met de briefkaart bij bakker Dilis. De bakkersvrouw had gelukkig begrip voor mijn/ons verdriet en gaf de bestelling mee. Thuisgekomen deed ik aarzelend mijn verhaal. Een dag of twee later bracht de postbode de portemonnee van ma mee en viel alles in de plooi.