De samenvoeging van de stad Antwerpen met zeven randgemeenten op 1 januari 1983 maakte in Wilrijk heel wat emoties los. Van het geitendorp als autonome gemeente werd afscheid genomen met een symbolische begrafenis, treurmuziek maar ook met poëzie …
In memoriam : Wilrijk – (Kring voor Heemkunde Wilrica, 1.1.1983)
De Staat heeft onze Geit onthoofd
En heeft ons dierbaar dorp geroofd
Onze eigen aard ontnomen
Ons Wilrijk heet “gefusioneerd”
Door Antwerpen reeds lang begeerd
Ja … ‘is er van gekomen
Het heeft de edele Wet behaagd
Dat wij als dorp worden weggevaagd
Versmolten en … vergeten?
Wij, Geitenkoppen, zo genoemd
Zijn door het wrede lot gedoemd
Om nu Sinjoor te heten.
De Heren van ons Dorpsbestuur
Beleefden ook hun laatste uur
De raad werd opgeheven
Met burgervader op kop
Zijn ze verwezen naar den dop
Wat gaan wij nog beleven?
Alleen Lange Wapper lacht luid
Het is nu immers : amen en uit
Met “waar ben ik nu geboren?”
Heeft Wilrijk mijn wieg geroofd?
Heeft geen belang, God zij geloofd
Nu wij tot de Stad behoren.
Maar wij, gebogen voor de as
Van het lijk dat eens ons Wilrijk was
Hebben de eed gezworen
Al zijt ge van ons heengegaan
Voor ons blijft ge nog steeds bestaan
Wilrijk gaat niet verloren
Wat ons verleden heeft gebracht
Bewaren wij voor het nageslacht
Wij willen nooit vergeten
Dat eens dit stedelijk district
Dat ons door de Stad werd afgepikt
Ooit Wilrijk werd geheten
De zeven van den buiten – Flor Huysmans – 27.12.1982
Met de Wilrijkse geit aan de hand
Wordt Antwerpen de grootste van het land
Berchem ontsnapt evenmin aan het verdriet
En heeft zijn ruzies aangedikt
Maar in Berchem zijn ze allemaal van lotje getikt[1]
De Reuskens die dansen in Borgerhout
Ze draaien eens rond want hun voetjes worden koud
En in Merksem wordt de frut even zuur
Zal voor de Grote Prijs Sels, die duizenden lokken
De stad voortaan nog afdokken?
En in Ekeren hebben Bruno Peeters en FransTist[2]
Achter het net gevist
Het grote Deurne en het “lood”zware Hoboken
Bekend voor paling in ’t rood en tomatensoep koken[3]
Moeten evengoed volgen en lopen in het gareel
Zo wordt Antwerpen één groot geheel
De zeven van den buiten
Door den binnen lang verwacht
Besturen samen, maar zonder duiten
En worden nu als dikke nekken samengebracht.
Vaarwel Mooi Wilrijk – Flor Huysmans – 27.12.1982
Vaarwel mooi Wilrijk
Mijn hart breekt
Sinjoria, in uw handen leggen wij onze “kas”
Met een droeve blik aan onze geit
Wordt de laatste maal de trap bestegen van het Gemeentehuis
Een laatste vaarwel aan de Gemeente waar bestuur en personeel
Elkaar vriendschappelijk konden ontmoeten en begroeten
Waar bestuur en burgers mekaar benaderden in vreugde
Vriendschap en vertrouwen
Na vijf jaar fusie
Vijf jaar na de fusie velde oud-burgemeester Flor Huysmans zijn oordeel over deze samenvoeging als volgt
Er was een eens een sprookje van de wolf en de zeven geitjes.
Of … Antwerpen en de zeven randgemeenten.
Maar het is geen sprookje. Wat dan wel?
Wilrijkse Geitenkoppen werden sinjoren
Ging daardoor onze eigenheid niet verloren?
Wat hebben wij erbij gewonnen
Kom, laten we samen herbronnen
Heimwee doet ons zo verlangen
Naar ons Wilrijk van weleer
Geroemd en geprezen in gezangen
Komt die goeie tijd wel spoedig weer?
Door goed en lief te zijn voor elkander
Hart te schenken, hand te reiken aan elk ander
Al kunnen wij in de koekenstad niet wennen
We laten ons toch ook niet kennen
Vast niet in een hoekje dringen
Gelukkig en blij, blijven wij zingen
Wilrijk, ik zie u zo geerne
Wilrijk, gij blijft steeds vooraan
Met Bist en Kerkeleike
En onze Wilrijkse plein
Waar de mensen kunnen lachen
En zo vriendelijk zijn
Wilrijk, ik zie u zo geerne
Wilrijk, gij blijft steeds vooraan
Waar de mensen al eens kijven
Maar altijd goeie vrienden blijven
Mensenlief waar is die goeie ouwe tijd
Dat we in ‘t Kerkeleike hebben gevrijd
Daarom werd het zo beroemd
Dat we het den Boulevard d’Amour hebben genoemd
O Heerlijkheid, O Zaligheid
God-jumenas waar is die tijd
Vergeet ook niet, al is het al lang geleden
Dat we met de paardentram hebben gereden
Van ’t Gruunkerlhof[4] naar de Dikke Mee
En lustig zongen van “Marie Plansjee”
Van voor nen bollenwinkel
En van achter een staminee
[1] In de zelfstandige gemeente Berchem volgde in de jaren, voorafgaand aan de fusie de ene politieke ruzie na de andere. Koren op de molen voor de fusievoorstanders
[2] Frans Tiest was de laatste burgemeester van Ekeren. Bruno Peeters was 12 schepen in Ekeren en werd nadien schepen voor decentralisatie in Antwerpen. Hij nam de eerste effectieve initiatieven voor meer autonomie aan de districten
[3] Zowel in Deurne als in Hoboken hadden de socialisten al jaren de volstrekte meerderheid.
[4] Met het “Gruunkerkhof” bedoelt de auteur de Antwerpse Groenplaats. Tram 5 spoorde van hier naar de Dikke Mee (hoek Beukenlaan/Eglantierlaan) en werd later doorgetrokken tot in de Wilrijkse Heistraat